Commissie van BegeleidingDe commissie van Begeleiding, CvB, wordt gevormd door de psycholoog, de intern begeleiders en de directeur van de school. De schoolmaatschappelijk werker en de schoolarts zijn op afroep aan de CvB verbonden. Wanneer na het oriëntatiegesprek blijkt dat ouders aangeven te willen kiezen voor Talita Koemi beoordeeld de CvB de plaatsbaarheid en onderwijs- en begeleidingsbehoefte van de leerling. Voor iedere leerling wordt binnen zes weken na plaatsing door de CvB een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Dit ontwikkelingsperspectief is functioneel voor de inrichting van het dagelijks onderwijs en het uitstroomperspectief van de leerling. Om de prestaties en de ontwikkelingen van de leerlingen te volgen is een samenhangend systeem van (waar mogelijk genormeerde) instrumenten beschikbaar. Dit levert de nodige informatie om jaarlijks te kunnen beoordelen of leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief. Indien nodig worden perspectieven beredeneerd bijgesteld. De (school)maatschappelijk werker maakt op afroep deel uit van de Commissie van Begeleiding. In die hoedanigheid richt zij zich vooral op die zaken, waarbij de thuisaspecten een rol spelen. Het schoolmaatschappelijk werk heeft een brugfunctie tussen leerling, ouders, school en hulpverleningsinstellingen. De maatschappelijk werker is in dienst van MEE te Nijmegen. De schoolarts maakt op afroep deel uit van de Commissie van Begeleiding. In die hoedanigheid richt hij zich vooral op de medische zaken, die relevant zijn bij de toelating en opstelling van een (be)handelingsplan van een leerling. De schoolarts is in dienst van de GG&GD. Vanaf 1 augustus 2014 is er een door het samenwerkingsverband afgegeven toelaatbaarheidsverklaring nodig voor plaatsing op een speciale onderwijsschool. |